Home
Actueel
Vieringen
Kroniek
St. Gerlach
Parochie
Kerkgebouw
Heiligdom
Pelgrimage
Schatkamer
Links
Adressen
Parochie St. Gerlach te Houthem
 

KRONIEK


12e EEUW


circa 1120-1125
Ridder Gerlachus wordt geboren in de omgeving van Maastricht.

1120
Het eerste klooster van de Norbertijnerorde wordt in Premontré (Fr.) gesticht.

1140
Gosewijn II, heer van Heinsberg en Valkenburg sticht in Heinsberg een Norbertijns dubbelklooster, vanwaaruit zestig jaar later het klooster in Sint Gerlach wordt bevolkt.

circa 1149/51
Bekering van Gerlachus.

circa 1157
Terugkeer van Gerlach in Houthem na zijn boetedoening in het H. Land, met name Jeruzalem

1165 - 5 januari
Gerlachus sterft te Houthem.
(Volgens datering van de beenderen: omstreeks 40 jaar oud)

Muurschildering: Gerlachus sterft

13e EEUW

1201
Gosewijn IV van Valkenburg, kleinzoon van de stichter, schenkt een stuk grond te Houthem aan de abdij van Heinsberg en besluit een dubbelklooster te stichten bij Gerlachus’ graf.
Fiat van de pauselijk legaat Guido van Preneste voor de voorgenomen stichting.
Recht van begraving in en buiten de kerk.

1202
Oorkonde met vermelding van de kluizenaar als ‘Sanctus’ Gerlachus.
(Locus Sancti Gerlaci - plaats van de heilige Gerlachus)

1209
Proost Jan van Heinsberg maakt er een bloeiend pelgrimsoord van.

1218
Aartsbisschop Engelbert van Keulen spreekt in een oorkonde lovend over de kloosters in Houthem en Heinsberg.

1218 - 1232
Overgang van dubbelklooster naar Norbertinessen nonnenklooster in Houthem.

1225
Einde aan personele unie van Heinsberg en Houthem onder een proost.

1227 - 1228
‘Vita Gerlaci’ geschreven door een Norbertijnse koorheer uit klooster Sint Gerlach.

1232
De goederen van de kloosters Houthem en Heinsberg worden gescheiden. Door het algemeen kapittel wordt bepaald dat het klooster Sint Gerlach het klooster in Heinsberg als moederklooster erkent en geen aanspraak op de goederen van dat klooster kan maken.

1233 - 10 januari
Paus Gregorius IX neemt het klooster "in bescherming".

1236
Akte over Houthem.

1257
Nadat het klooster van Sint Gerlach aanvankelijk, evenals dat van Heinsberg, een dubbelklooster was onder toezicht van de abt van Heinsberg, krijgt het klooster vanaf 1257 een eigen proost.

1270
Walram, heer van Valkenburg schenkt aan het klooster de weg door het dorp Sint  Gerlach met het recht van tolheffing.

Tot 1271
Tot in 1271 wordt de kapel van Houthem bediend door de zielzorgende priester van Meerssen.

1273
Walram I schenkt het patronaatsrecht van de kerk in Oirsbeek aan het klooster van Sint Gerlach (vidimus 1376).

1279
Verkoop aan het klooster in Houthem van alle in Houthem gelegen goederen van de abdij van Kloosterrade (Rolduc).

1279 - 6 september
Muur om klooster (accoord met St. Servaaskapittel.)
Schenking van een stenen huis aan de Stokstraat in Maastricht, de oude Refugie van Sint Gerlach.

1293
Invoering van een ‘numerus clausus’ voor intrede.

14e EEUW

1306
Reinoud I schenkt een verbindingsgracht ('t waterbed) tussen twee punten van de Geul bij Sint Gerlach aan het klooster.

1369
Wencislaus van Bohemen, hertog Van Brabant en heer van Valkenburg, neemt het klooster "in zijne hooge bescherming".

1376 - 10 januari
Paus Gregorius XI neem het klooster "in bescherming".

15e EEUW

1446
In 1446 wonen in het klooster religieuzen van onbesproken gedrag of van adel. ("Jouffrouwen syn van erbaeren staets".).

1450
Van 1450 tot 1560 is het klooster een aantal keren aan reformaties onderworpen die de clausuur (kloostertucht) moeten herstellen.

1474
Hertog Karel de Stoute van Bourgondië stijgt af bij de nonnen van Sint Gerlach om ter plaatse een algemene inspectie van zijn troepen (meer dan 18.000 man) te houden.

16e EEUW

1504/1505
In deze contreien moeten er zware aardbevingen zijn geweest. Onbekend is of het klooster en/of kerk schade hebben opgelopen.

1505
De hoeve en pachtershoeve van proost Gielen Laeveroth en het Godshuis van Houthem zijn in de tijd van 4 jaar door zware brandschade getroffen.

1532
Aardbeving met grote schade in Maastricht. Mogelijk hebben de gebouwen in Houthem ook schade geleden.

1560
Philips II, koning van Spanje, neemt het klooster in bescherming.

1561
Houthem heeft tot 1561 deel uitgemaakt van het bisdom Luik en behoorde tot het aartsdiakonaat Kempenland en het dekenaat of concilie Susteren. Als paus Pius IV in 1561 het bisdom Roermond opricht, komt Houthem tot dit diocees te behoren.

1567
Priorin Isabella T'Sevel en 14 medezusters overlijden aan de pest.

1568 - 1648
Tachtigjarige Oorlog.

1569 - 24 mei
Bij bisschoppelijk besluit van 24 mei 1569 wordt Houthem ingedeeld bij het dekenaat Valkenburg, waartoe ze tot in het jaar 1801 is blijven behoren.

1574
Kloostergebouwen door troepen van Lodewijk van Nassau in brand gestoken en verwoest.
(Tweede verwoesting).

1575 - 24 juni
De kloosterzusters krijgen van Jacob van Panhuys, abt van Steinfelt, toestemming voorlopig (tot 1579?) in het klooster van Enghelsport bij Cochem aan de Moesel te verblijven.

1578
Erasmus Ghoye krijgt een monument in de kloosterkerk van Houthem.

1588
Derde verwoesting door brand.

1579
Na inname van Maastricht door Parma breekt een rustiger periode aan; herstel van de schade.

1580
Rond deze tijd was de oorspronkelijke pelgrimskerk een 'riant' gebouw, de kerk moet een spitse toren hebben gehad en onder de stenen vloer waren grafzerken.

1581
Inkwartiering in het klooster. Noodzaak tot verkoop van het goed Dollenberg bij Klimmen.

1588
Klooster wordt opnieuw getroffen door brand en verwoesting door de troepen van Willem van Oranje.
Incorporatie van de vier vicarieën van de kerk van Sint Gerlach bij het klooster ter verlichting van de materiële nood van de nonnen en voor de herbouw van het klooster.

1597
Het klooster telt 37 ‘virgines primae’.

1599 en 1606
Schenking van relieken aan het klooster van Sint Gerlach door Henricus Costerius, deken van Bergen op Zoom, in 1599 en opnieuw in 1606.

1599 - mei
De Gerlachusbron (-putje) wordt terugevonden door de rentmeester van het klooster Wynant Balthasars en Aert Naelen.

17e EEUW

1600
De uitgave "Divi Gerlaci Sanctissimi Eremitae vita" van Erasmus Ghoye, die van 1575-1612 proost was van het klooster Sint Gerlach verschijnt in twee delen. Het is de eerste biografische uitgave over het leven van Gerlachus. Ghoye maakte daarbij gebruik van het oorspronkelijk handschrift van de vita beati Gerlaci, die omstreeks 1225 door een niet met naam genoemde priester-kloosterling werd vervaardigd.

1605
Rekest van het klooster Sint Gerlach aan de Raad van Financiën voor het kappen van bomen voor herstel van het klooster.

1606
Octavius, aartsbisschop van Tarente, neemt het klooster 'in bescherming'.
Tweede schenking van relieken door Henricus Costerius (zie ook 1599).

1611
Ciborie (uit de in 1807 verlaten oude Houthemse parochiekerk van Sint Martinus) - Pierre de Fraisne, Luik
Pastoor Vollers begint in 1611 met het inschrijven van de dopen en huwelijken in een register. Houthem was toen al een zelfstandige parochie.

1612
Cornelius Thilmans, Gardiaan der Minderbroeders in Maastricht, maakt op verzoek van bisschop Hendrik van Cuyck, een vertaling van de Latijnse "Divi Gerlaci Sanctissimi Eremitae vita" .

1615
Aartshertog Albert van Oostenrijk neemt het klooster 'in bescherming'.

1619
Verklaring van de abt van Prémontré, Pierre Gosset over het recht ‘ab immemorabile tempore’ van proostkeuze uit een klooster naar keuze.

1623
Johannes Renckens, proost van Sint Gerlach benoemt Joannes Broccart tot pastoor van Oirsbeek.

1631
De klok voor de kerktoren van de Sint Martinuskerk in Houthem bevat het volgende jaaropschrift: reMIgIVs IVre VoCor, qVIa InDe nVtrIor. Deze gegevens zijn door pastoor Onsel opgetekend op de eerste bladzijde van het doop-, trouw- en sterfregister.

1632
Maastricht valt in handen van Frederik Hendrik.

1632 - 1661
Oorlogshandelingen in Maasvallei voortdurend tot aan Partagetractaat in 1661

1648
Vrede van Munster.

1651
Breve van paus Innocentius X over volle aflaat op feest van de H. Norbertus.

1655
Groot gedeelte van de kloostergebouwen afgebrand als gevolg van oorlogshandelingen in de Maasvallei.
(Vierde verwoesting).

1661
Herstel van het door brand verwoeste stift.
Partagetractaat gesloten tussen de Republiek en de Spaanse koning. Op 26 december wordt het klooster Sint Gerlach aan de Koning van Spanje toegewezen. Het klooster is inmiddels Stiftklooster geworden van de adellijke zusters Norbertinessen.

1663
In 1663 worden alle priesters aangezegd hun standplaats te verlaten. Pastoor Moreüs betrekt daarop de proosdij van St. Gerlach, die op Spaans grondgebied lag, en bedient van daaruit zijn parochie. In hetzelfde jaar worden de inkomsten en goederen van kerk, pastorie en kosterij in beslag genomen.
De pastorie wordt in 1663 in beslag genomen, in 1673 wordt ze echter weer bewoond door pastoor Onsel, terwijl ze later schijnt te zijn verkocht.

1664 - 23 januari
In 1664 komen we de eerste gegevens tegen over het kerkgebouw te Houthem. In een extract uit de "Resolutie van Raede van Staeten der vereenigde Nederlanden" van woensdag 23 januari 1664, bevattende een "staet van de kercken der Landen van Valckenborgh, ende hoe een jeder gedeelte van dien moet ???? gestled uijt de Certificatien Anno 1663 gelast over te brenghen" staat over de jaarlijkse inkomsten van de kerk en over het kerkgebouw van Houhem het volgende vermeld: Houthem: 35-10-12: Daeruijt moet onderhouden worden kerck ende tooren. Den tooren schijnt oock onderhouden geweest te zijn bij de nabuijren. Het dack genaemt het schip oft behangh metten choor schrijnt onderhouden bij den Proost van Meerssen uijt de Thienden der voors: Bancke. Gelijck meede het stellen van de groote clock, schijnt geweest te zijn totalaste als vooren. "

1673
Pastoor Onsel legt bij zijn komst in de parochie een nieuw register aan, waarin hij naast de dopen en huwelijken ook voor het eerst de overlijdens in Houthem aantekent.

1674 - 1704
Joseph Bartholomeus van den Stein is gedurende 30 jaar proost van het klooster. Hij overlijdt op 27 oktober 1704.

1680
De Sint Martinuskerk in Houthem wordt simultaankerk.

1682 - 1684
Ampullenblad (uit het bezit van de Norbertinessen) - Anthoon Wery, Maastricht.

1686
Opmeting van de klooster-enclave: 4 bunder, enige roeden.

1688
Twee luidklokken aangeschaft: de Gerlachus- en Mariaklok (20 en 18 duim in doorsnee)

1692 - 23 mei
Hergieting te Bocholtz van de uit 1631 daterende kerkklok van de Sint Martinuskerk.

18e EEUW

1700 - 1704
Franciscus van Cauwenbergh wordt als coadjutor aangesteld naast proost Van den Stein die op 27-10-1704 overlijdt.

1704 - 27 oktober
Overlijden van proost Joseph Bartholomeus van den Stein

1704 - 1718
Franciscus van Cauwenberg uit Tienen, proost (+28 febr. 1718). Onder zijn bestuur wordt het klooster volledig herbouwd en een plan ontworpen voor een nieuwe kerk.

1705
Bouw van het stift, dendrochronologisch gedateerd op het jaar 1705.

1706
Fraai zilveren reliekbuste (uit het bezit van de Norbertinessen) - vervaardigd door de Maastrichtse zilversmid Fredericus Wery,

Buste van St. Gerlach

1706 - 1713
Herbouw van het klooster.

1707
Akte door N. van Cauwenberg aan proost Franciscus van Cauwenberg van overdracht kapitaal van 1025 gulden ten behoeve van twee wekelijkse missen.

1708 - 1730
Aanvang van de bouw van nieuwe vleugel aan het klooster, kwartier van de proost, nieuwe stiftskerk.

1708
Bouw van de westvleugel, het eigenlijke stift.
De Gerlachusput wordt schoongemaakt en hersteld.

1713
Bouw van de proostvleugel is blijkens jaartal op het noordelijke timpaan gereed.
Vrede van Utrecht maakt einde aan de Spaanse Successie-oorlog; Spaanse Habsburgers worden opgevolgd door de Oostenrijkse tak.

1718 - 28 februari
Proost Franciscus van Cauwenberg  overlijdt.

1718 - 1728
Proost Franciscus van Pelt uit Maastricht, bouwheer van de kloosterkerk.

1720 - 1727
Bouw van de kloosterkerk (huidige parochiekerk) op de plaats van haar voorgangster, onder proost van Pelt en priorin Isabella van Ravenschot.

1727
Verkoop van de Refugie of ‘Toren van Sint Gerlach’ aan de Stokstraat (nr . 55).

1721-1733
Priorin Isabella van Raveschot.

1728
Oliebusjes (uit de in 1807 verlaten oude Houthemse parochiekerk van Sint Martinus) - N.N., Antwerpen

1728 - 1733
Kelk (uit het bezit van de Norbertinessen) - J.J. Lutz, Augsburg

1728 -1735
Herman Jacob Christophorie proost; hij overlijdt in 1737.

1731
Aankoop van een refugiehuis aan de Brusselsestraat 77 in Maastricht.

1735 - 16 oktober
Inwijding van het kerkgebouw door Leonard Jansen, abt van het klooster Knechtsteden bij Keulen, waarmee de zusters van Houthem een nauwe relatie onderhouden.

1735 - 1745
Henricus Casteel proost.

1737
Het klooster telt acht ‘virgines nobiles’.
Proost Herman Jacob Christophorie overlijdt.

1745
Nieuwe uitgave van ‘Leven van de H. Gerlachus’ door Henricus Casteel.

1744 - 1755
Overzicht van proosten en religieuzen over deze periode.

1745 - 1747
Proost Matthias de la Haye (begraven in Sint Gerlach).

1747 - 1757
Proost Abraham Lindelauff uit Eupen.

1751
Johann Adam Schöpf (1702-1772) beschildert het gehele interieur van de kerk met fresco’s: ‘aDornante eCCLesIaM’.
Vergroting van het kloosterterrein; gehele grondgebied is door muur omgeven.

Plafondschildering van engelen

1752
In de jaren 1752 en 1769 wordt het schip van de kerk gewit door J.Smeets, bijgenaamd "het kromp janneken".

1752-1799
Pastoor Wilhelm Vreën liet tijdens zijn 47-jarig pastoraat een nieuw beeld van Gerlachus maken voor 40 gulden.

1755
Grondruil ter vergroting kloosterterrein tussen keizerin Maria Theresia en de Staten-Generaal der Verenigde Provinciën.

1759
Bouw van de pachthoeve (Pachthof) naar ontwerp van de Akense architect Johann Joseph Couven.

1759-16 mei
"Den 16 Mei 1759 bekennen de pastoor Vreën en de burgemeester Pieter Habets, dat de sacristie, als gebouwd zijnde uit milde bijdragen der ingezeten door den proost van Meerssen niet gehoefde onderhouden te worden. Het gansche kerkgebouw was zamengesteld uit mergelsteenen van middelmatig verban, behalven de noorder muur en het benedendeel van den toren, die meestal zamen gesteld waren uit ruwe rotsklompen en klaauwsteenen door mortel verbonden."

1765
Kelk (uit de in 1807 verlaten oude Houthemse parochiekerk van Sint Martinus) -Guillaume Lamotte, Luik

1765 -1793
Proost Maximiliaan Joseph Silmen.

1768
Reliekhouder (uit de in 1807 verlaten oude Houthemse parochiekerk van Sint Martinus) St. Martinus - Jacobus Nutten, Maastricht.

1769
Het schip van de kerk wordt gewit door J. Smeets.

1768 - '70
Kelk (uit de in 1807 verlaten oude Houthemse parochiekerk van Sint Martinus) - Jacobus Nutten, Maastricht.

1770
Reliekhouder (uit het bezit van de Norbertinessen) H. Gerlachus H. Kruis - N.N., Antwerpen.

1771
Verkoop van het Refugiehuis aan de Brusselsestraat (nr. 77), dat in 1731 aangekocht werd; verkoopakte gepasseerd op 10 augustus 1771.

1772
Uitgave van ‘Historia nobilis parthenonis Heinsbergensis’, door Friedrich Kreetz, proost van het Norbertinessenklooster te Heinsberg.

1773
Monstrans (uit de in 1807 verlaten oude Houthemse parochiekerk van Sint Martinus) - N.N., Maastricht.

1780
Keizerin Maria Theresia overlijdt.
Josef II, de ‘roi sacristain’ heft de kloosters op.

1781
Plattegrond van het Adellijk Vrouwenstift Sint Gerlach vervaardigd door de architect Matthias Soiron uit Maastricht.

1783
Praalgraf van Sint Gerlachus in de kerk geplaatst.

Praalgraf van St. Gerlach

1783 - 17 maart
Decreet tot opheffing van het Norbertinessenklooster in Houthem.

1785
Kloosterenclave aan de Republiek. Als gevolg van het Verdrag van Fontainebleau, 8 november 1785, staan de Staten hun bezittingen in het Land van Daelhem af met uitzondering van Cadier en Oost.
Opheffing van het stift.
De laatste herstellingen van het parochiekerkje hadden plaats in 1785 door tussenkomst van de eigenaars "des Vroenhoffs", Florus de Sauveur en diens huisvrouw Elisabeth Habets.
In 1785 laat de proost van Meerssen, Pierre Hubert de L'eau een nieuw koor bouwen aan de kerk, dat hij op 3 augustus van dat jaar, met verlof van de bisschop van Roermond, inwijdt.

1786
Het kerkgebouw raakt buiten gebruik als gevolg van de opheffing van het Norbertinessenklooster.
Bij het verdrag van Fontainebleau in 1786 wordt opnieuw een verdeling gemaakt tussen de noordelijke en de zuidelijke Nederlanden, waarbij het klooster Sint Gerlach naar de noordelijke Nederlanden gaat.
Het Sint Maartensschilderij (in 1781 geschilderd door Raymundus Brébes, leerling van Gilio Fils -Vlaamse school Doornik) wordt door de uit Houthem afkomstige kanunnik Peter Ernest De Sauveur geschonken aan de Sint Martinuskerk. Dit schilderij is daarna in de Sint Gerlachuskerk boven de doorgang van de kerk naar de kloostergang aangebracht.

1786 - 5 september
Vervoer van de relieken door proost Silmen.

1786 - 6 september
Vertrek van 9 adellijke monialen, 3 koorzusters, 5 werkzusters, proost en kapelaan naar de gebouwen van het opgeheven Kartuizerklooster ‘Bethlehem’ aan de Swalmerstraat in Roermond.

1787 - 22 april
De kloosterkerk in Roermond voor publiek geopend.

1787
- 9 mei
Reliekenkist geopend in tegenwoordigheid van getuigen.
De kloostergemeenschap bestaat uit 9 kanunnikessen, 3 koorjuffrouwen, 5 werkzusters, proost Silmen en kapelaan Fr. Pieter Maurer.

1792
Het klooster in Roermond door Generaal Lamarlier bezet en gebruikt voor het onderbrengen van gijzelaars.

1794 - 26 september
Zusters ontvluchten het klooster in Roermond i.v.m. de inval van de Fransen.

1794
Maastricht in handen van de Franse bezetters.
Verlaten kloostergebouwen en de leegstaande kerk in Houthem werden door de Hollanders gebruikt als legerhospitaal voor het Franse leger.

1795
Annexatie van Oostenrijkse Nederlanden door Frankrijk.

1796 - 28 september
Bekendmaking van de opheffing van het klooster. De Franse wetgeving wordt van kracht.
Lijst van debiteuren van het klooster opgemaakt.

1797
Einde van de communiteit in Roermond door opheffing van de geestelijke instellingen en confiscatie van de goederen.

1797 - 23 januari
De zusters accepteren de hen door de overheid aangeboden ‘bons de retraite’.

1797
- 16 februari
Zusters verlaten de Kartuize; de freules trekken te Roermond in bij de heer Reuten op de Markt en de overigen bij Sijben op de Leuf.

1797
- 12 april
Verkoop domeingoederen, bestaande uit het convent, kerk, binnenplaats, tuin, weiden, vijvers, alles samen groot ongeveer 7 bunders, en door een muur omringd; een pachthoeve bij de abdij met 105 bunder land en een weide voor 200.100 livres.

1797-22 juni
Bij akte van 22 juni 1797 neemt Matheus Sleijpen bezit van de abdij en haar goederen; hij laat een gedeelte van de gebouwen slopen en richt een ander deel, het kwartier van de proost, in tot woonhuis.

1797
- 26 juli
Meubelen en klokken worden door de Fransen weggehaald.

1797
Het geslacht Schoenmaeckers eigenaars van de proosdijgebouwen.

19e EEUW

circa 1800
Een gedeelte van het tongewelf stort in.

1801
Het bisdom Roermond wordt opgeheven en Houthem wordt weer ingedeeld bij het bisdom Luik.

1803
Bij de nieuwe parochie-indeling in het bisdom Luik in 1803 wordt de kerk van Houthem verheven tot succursale kerk. De gemeente telt dan 449 inwoners, terwijl de kerk plaats biedt aan 150 personen; het dak en de vensters van de kerk moeten worden gerepareerd.
Het altaar wordt van een nieuw tabernakel voorzien.

1808
De familie Schoenmaeckers restaureert de kerk.
Parochiegemeenschap van Houthem verhuist naar de Stiftskerk.
Proosdij wordt buitenhuis of château.
Westvleugel wordt onderdeel van de tweede boerderij.

1808 - 28 augustus
Nu de voormalige kloosterkerk weer in ere wordt hersteld, schenken de religieuzen van het voormalige klooster bij akte van 28 augustus 1808 twee beenderen van de H.Gerlachus aan de kerk als reliquien: de overige reliquien van de heilige blijven nog voorlopig berusten in de kerk van het klooster der Kartuizers te Roermond, waarheen ze op 15 september 1786, na de opheffing van het klooster van St.Gerlach, waren overgebracht door de toenmalige proost M.J. Silmen.

1808 - 30 augustus
Martin Jean Schoenmaeckers en zijn vrouw Maria Sleypen schenken bij akte van 30 augustus de leegstaande kloosterkerk aan de Gemeente Houthem.

1808 - 4 november
De financiële toestand van de parochie is in deze jaren niet al te gunstig, wat o.a. blijkt uit het feit, dat er geen geld voorhanden is om stoelen en banken te plaatsen in de kerk en daarom wordt de parochianen bij verordening van 4 november 1808 toegestaan zelf op eigen kosten banken te plaatsen.

circa 1808
Reparatie en invulling van het uitgevallen gewelf door de schilder Hermans.

1809
Terugkoop van het in 1771 [i.e. 1784 in Maastricht volgens opschrift in de windlade] gebouwde Binvignat-orgel, dat in 1787 naar Roermond werd geplaatst.
Er worden vrijstaande devotie-altaren geplaatst.

1810
De toren van de kerk wordt hersteld, tegelijk met de bouw van een nieuwe pastorie ten westen van de kerk.

1814 - '30
Ampullen - Jacques J. Nijst, Maastricht.

1820 - 22 november
Onder het pastoraat van Van Pelt wordt het oude kerkgebouw verkocht,
Bij koninklijk besluit van 22 november 1820 wordt het kerkbestuur gemachtigd om de oude kerk, alsmede 33, 5 kleine roeden land, te verkopen aan Johanna Catherina Desauveur.

1826
Onder pastoor van Pelt wordt een kerkklok hergoten. Het chronogram vermeldt: sUb Van peLt paroCho hoUtheM pLurI hoC aere refUnDor (Onder pastoor van Pelt ben ik met meer metaal hergoten). Deze klok wordt door de parochianen van Banholt aangekocht voor de kerk van Sint Gerlach aldaar.
In 1826 of daarvoor was in de nieuwe parochiekerk een orgel aanwezig, gemaakt door Jos Binvignat te Maastricht in 1755. Dit orgel stond in 1809 in Roermond.

1829
Pastoor van Pelt laat de Calvariekapel bouwen.

1830
De tot hoeve omgevormde stiftvleugel wordt uitgebreid met stallen.

1830 - 1835
Afbraak van de zuidvleugel met de refter.

1830 - '48
Ciborie - N.N.

1840
In 1840 worden de parochies op het grondgebied van Nederlands Limburg afgescheiden van het bisdom Luik en wordt het apostolisch vicariaat Roermond opgericht.

circa 1840
Ph. van Gulpen (1792-1862) maakt een tekening van de "Eglise de l'Abbaye de St. Gerlach".

"Eglise de l'Abbaye de St. Gerlach" (Ph. van Gulpen (1792-1862))

1841
Relieken van Sint Gerlach worden overgebracht van Roermond naar Houthem.
Nadat ze eerst van Roermond naar Meerssen waren overgebracht, worden ze op 30 augustus in de kerk aldaar afgehaald en zeer plechtig in processie naar de parochiekerk in Houthem gebracht "om aldaar ten eeuwigen dagen bewaert en geëert te worden."
Op 5 september 1841 wordt de reliekschrijn geopend.
Het landgoed komt in volle eigendom van het geslacht Corneli.
De praaltombe uit 1783 krijgt weer  zijn oorspronkelijke plaats In de kerk

1852
De kerk krijgt een nieuw altaar en een nieuw tabernakel, dat 51,84 gulden kostte.
Er werden zitstoelen bijgeplaatst, waarvan de eerste twee van generaal de Ceva waren.

1853
In 1853 wordt het apostolisch vicariaat Roermond als gevolg van het herstel der bisschoppelijke hiërarchie in Nederland verheven tot bisdom Roermond.

1854
In 1854 laten J.F.A.J.H. Corneli en zijn echtgenote A.E.W. Schoenmaeckers op eigen kosten een schoollokaal en woning voor de kapelaan bouwen, die ze op 22 mei 1857 overdragen aan de gemeente Houthem.
Tegen de noordzijde van de kerk laat de familie Corneli een grafkelder bouwen.

1860
Bouw van een kleine sacristie.
De tombe stond midden in de kerk en werd door een stanketsel omgeven.

1864 - 1867
Er komen twee nieuwe neogothische zijaltaren (1864 en 1867) van de H. Gerlachus en de H. Maria, ter vervanging van de vrijstaande zijaltaren. Bij de restauratie van 1962-1978 zullen ze weer worden verwijderd, maar de beelden van Maria en Gerlach blijven behouden.
Het koorgestoelte op het priesterkoor, dat voor de zuster bestemd was(?), wordt verwijderd.

1869 - 4/6 april
De relieken van Gerlachus worden op 4 april 1869 in een nieuw (wellicht aangepast) schrijn geplaatst onder het nieuwe devotiealtaar van Sint Gerlach uit 1867.
Op 6 april 1869 worden de relieken onder een grote toeloop van volk ten toon gesteld.


Mariabeeld

1870
Pastoor Beckers laat de kerk restaureren.
De Gerlachuskapel wordt aan de Onderstestraat gebouwd.
Het vrijstaande devotiealtaar van Sint Gerlach uit 1809 wordt in deze wegkapel geplaatst.

1871
In de kerk waren er 34 stoelen, die 2,36 gulden kostten.

1872
Jhr. mr. Michiels van Kessenich en mevr. Quix schenken ieder een torenklok.
Inwijding van deze twee nieuwe klokken.

1872 - 1873
Overschildering van de kerkmuren en het gewelf (en wijziging van de iconografie) door J. Stroucken uit Roermond en J. van den Dijck uit Maastricht. Het werk wordt bekostigd door de industrieel Petrus Regout. Hij steunt de kerk ook bij de betaling van het noodzakelijke herstelwerk aan toren en plafond.

1874
In 1874 wordt  een parochieel armbestuur opgericht, nodig in verband met een schenking van F.W.Schoenmaeckers aan de armen van Houthem.

1874 - 7 november
Bij overeenkomst van 7 november 1874 neemt Jan Brouns, meestertimmerman uit Houthem, de bouw van een nieuwe pastorie aan voor de som van f 7.000; de gemeente Houthem verleent een subsidie van f 3.780.

ca. 1876
Door een ruzie tussen pastoor Beckers en de heer Corneli wordt de pastoorswoning in de noordwesthoek van het klooster afgebroken. (1872?).

1881
De kerkmuren worden gewit.

1883
De kerk en toren worden opnieuw gerestaureerd.

1884 (?)
Ciborie - Atelier Bruun, Münster.

1887
Ciborie - Pastoor Beckers, schenker.

1888 - 12 maart
Wijding kerkhof.

1897
Drie scènes uit het leven van Gerlach (vergane fresco's) aan de noordwand worden vervangen door taferelen op doek door Herman Bröcker uit Den Haag. Dit werk werd in 3 termijnen betaald en kostte in totaal 1800 gulden.

1899
Op het einde van de 19e eeuw volgt de kerkklok te Houthem de Greenwich-tijd, die twintig minuten afwijkt van de Amsterdamse tijd. Dit blijkt uit de kerkbestuursvergadering van 22 Januari 1899, waarin de pastoor vraagt of het niet wenselijk zou zijn "dat met het voorjaar de kerk hare klok zou richten naar het Gemeentebestuur, station, hotels enz., in één woord naar het heele dorp?"; op 16 april d.a.v. besluit men "den 25 April, na de Hoogmis van 9 uren, de klok der kerk 20 minuten te laten stilstaan en dus te akkordeeren met station, school, hotels en Postkantoor.

20e EEUW

1900
Er werd een nieuw tabernakel aangebracht. Kosten: 400 Mark.

1903
Bij akte van 12 mei 1903 wordt het kerkgebouw, dat in 1808 eigendom van de gemeente Houthem is geworden, door de gemeente geschonken aan de parochie. Bij besluit van de minister van financiën van 30 Januari 1903 wordt het verschuldigde registratierecht voor het opmaken der schenkingsakte verminderd tot f 1, 20 en wordt kwijtschelding verleend van het op deze akte verschuldigde recht van overschrijving.  De parochie komt dus voor de som van
f 1, 20 in het bezit van de kerk.
Het landgoed komt door vererving in bezit van het geslacht De Selys de Fanson.

1905 - april
Plaatsing van twee nieuwe eikenhouten biechtstoelen, vervaardigd door de Sittardse beeldhouwers Kastelijn en Kuhnen. E.e.a. op initiatief van pastoor Beijs.

1906
Er wordt een nieuwe preekstoel gemaakt.

1907
Ampullenstel - Pastoor Beijs, schenker.

1908 - 19 november
Op 19 november 1908 wordt de kerk voor het eerst in de geschiedenis verwarmd en wel door een grote kachel, midden voor de graftombe van St. Gerlachus geplaatst.

1909
Robert de Selys de Fanson, zoon van Robert de Selys de Fanson en Maria Elise Georgina Corneli, neemt in 1909 zijn intrek in het château.
De bibliotheek wordt ingericht.

1910
Vanuit Tilburg vindt een jaarlijkse processie naar Houthem plaats.

circa 1911
Onder leiding van pastoor Petrus van Boven worden herstelwerkzaamheden aan de kerk uitgevoerd.

1916
De sacristie krijgt er een verdieping bij.
Vergroting van het kerkinterieur met de ruimte onder het oksaal (het zgn. "afgesloten" onderkoor). Daartoe wordt de scheidingsmuur die de ruimte onder het oksaal afsluit van de rest van de kerk afgebroken.
Het oksaal wordt vernieuwd.
Er wordt een mozaïekvloer gelegd.
Bij de hoofdingang wordt een tochtportaal gebouwd.
Naast de hoofdingang komt een tweede deur, als nooduitgang bedoeld.

1917
Restauratie van de schilderingen door de Gebroeders Morreau uit Maastricht.

1928-1 juni
Bij akte van 1 juni 1928 schenkt het gemeentebestuur van Houthem het kapelaniegebouw, na het opgeknapt en uitgebreid te hebben, aan de kerk.

1929 - 19 mei
De reliekschrijn van Gerlachus wordt voor de derde keer geopend.

1931 - 22 januari
Bij schrijven van 22 januari 1931 richt de bisschop het rectoraat Broekhem, bestaande uit gedeelten van de parochie van de H. Gerlachus te Houthem en de parochie van de H. Clemens te Hulsberg, op.

1932
Er wordt in april een aanvang gemaakt met een restauratie van de wandschilderingen door Gerhard Janssen.
Twee taferelen op het priesterkoor, nl. de aanbidding der wijzen en de geboorte van het Jezuskind zijn door dhr. Koehler gerestaueerd.
Ampullenstel - Atelier Kersten Leroy, Maastricht : Baron de Selys, schenker.

1933
In de kerk worden nieuwe kerkbanken geplaatst.

1934
Herstel van muurschilderingen door Gerhard Janssen uit Den Haag.
In september komt de restauratie van het Laatste Oordeel-tafereel op de oxaal gereed.
(Er is in Nederland geen Laatste Oordeel-tafereel van zulke afmetingen uit die rijd aan tewijzen. Bij de herstelling van het schilderwerk in 1872 is deze fresco in olieverf overgeschilderd).
In 1934 verrijst er een parochiehuis aan de Kerkstraat, voor f 8.130 gebouwd door aannemer H.J.M. Tillie uit Maastricht.

1935 - 26 mei
Mgr. Lemmens verheft het rectoraat Broekhem tot parochie; de kerk van het rectoraat, toegewijd aan de H.Joseph, wordt verheven tot parochiekerk, met alle rechten en privileges van parochiekerken.

1937 - 16 april
Bij akte van 16 april 1937 draagt het kerkbestuur van St. Gerlach de kerk, pastorie, bewaarschool en tuin, gelegen aan de Koningswinkelstraat, over aan het kerkbestuur van de parochie van de H. Joseph te Broekhem.

1937
Gerhard Janssen restaureert enkele muurschilderingen op het priesterkoor.

1943 - 4 februari
Op 4 februari 1943 worden de beide kerkklokken door de Duitsers uit de kerktoren geroofd; er is geen mens aanwezig om dit treurig schouwspel gade te slaan.

1946
Wegens het ontstellend gebrek aan woonruimte na de oorlog besluit kapelaan P. van Amstel in 1946 de kapelanie te ontruimen, die nu aan twee families wordt verhuurd; de kapelaan betrekt de bovenwoning van het parochiehuis.

1948 - april
In april 1948 krijgt de parochie bij gelegenheid van het 40-jarig priesterfeest van pastoor Riga weer twee nieuwe kerkklokken, een van 450 kilo en een van 220 kilo.

1948 - december
In december 1948 krijgt het leidekkersbedrijf J. Verkoulen uit Heythuysen opdracht om de kerktoren geheel te restaureren en de torenhaan, bol en wijzerplaat te vergulden; het bedrijf heeft dit werk aangenomen voor f 4.720.

1949
De restauratie van het Gerlachuskapelletje wordt afgerond.

1951/52
Bovenstuk van het altaar wordt voorzien van nieuw bladgoud en de engelenfiguren op het tabernakel worden opnieuw  door Th. Mulleneers en zoon geschilderd. De kandelaars ter weerszijden van het tabernakel krijgen een opknapbeurt.

1954
Het rijk gedrapeerde Mariabeeld en het St. Jozefbeeld worden door de Broekhemer Th. Mulleneers gerestaureerd.

1955
Er valt pleisterwerk van het gewelf naar beneden.
Onder het oksaal worden nieuwe kerkbanken geplaatst. Vóór de graftombe worden nieuwe kinderbanken aangebracht.

1957
Restauratie en vergroting van het orgel met een rugwerk (kast en windlade werden genomen van een oud Muller-orgel uit 1850) uit circa 1784.
Kunstenaar Volders uit Meerssen schildert het kerkorgel.
Schilder H. Frijns uit Houthem polygromeert het gerstaureerde kerkorgel.
Plechtige inzegening en inspeling van het door de fa. L. Verschueren uit Heythuysen gerestaureerde en uitgebreide orgel op zondag 26 mei 1957.

1957 - zomer
Kerkhof heeft een verfraaiing ondergaan. Alle graven die niet voorzien zijn van stenen randen, zijn uniform van een palmborduur voorzien en beplant.

1958 - 30 augustus
Opening van reliekschrijn van Sint Gerlach.

1961 - 30 april
Een gedeelte van de kroonlijst van de zuidwand in de kerk stort neer.

1961/62
Restauratie van de kapconstructie en ophanging van het gewelf door middel van 5.222 koperen schroeven met volgplaatjes.

1962
Na het begin van de bouwkundige restauratie wordt de preekstoel overgebracht naar zijn huidige plaats.
Links van het priesterkoor breekt men een deur die toegang geeft naar de sacristie.
Waarschijnlijk zijn toen ook de zijaltaren verwijderd.
De reliekschrijn van Sint Gerlach wordt verplaatst naar de achterkant van de kerk.

1964
De nieuwe sacristie wordt gebouwd.

1965
De bouwkundige restauratie is grotendeels klaar.

1970
Het rapport m.b.t. het onderzoek naar de mogelijkheden tot restauratie van het schilderwerk van Schöpf van het interieur verschijnt.

1970/71 - 1978
Restauratie van de muur— en gewelfschilderingen door H. Kurvers en Pieter de Ruyter, met vrijlegging van de schilderingen van 1751 en 1808.

1971
Aanvang van de restauratie van het frescowerk van het interieur, in eerste aanleg van het gewelf en vervolgens van de wanden. Dat betekent dat de over- en bijschilderingen van 1873 worden verwijderd. De beschildering van Stroucken en Van den Dijck uit 1873 verdwijnt en het werk van Schöpf uit 1751 plus het herstelwerk van Hermans van vlak na 1808 worden weer zichtbaar.
In latere fasen wordt een deel van het bladgoud vernieuwd.
Na de restauratie van het schilderwerk wordt , vanwege de bescherming van de fresco's, de vloerverwarming aangelegd met aanvullende verwarming onder de banken.
De houten vlonders zijn toen vervangen door nieuwe hardstenen tegels. Onder de orgeltribune zijn de vrijgekomen grafzerken, altaarbladen en oude tegels gelegd.
Verder zijn dak en leien vernieuwd en worden verbeteringen aangebracht aan het buitenwerk.

1975 - 18 oktober
Feestelijke heringebruikname van de kerk.

1975
Monumentenjaar. Het Nationaal Comité Monumentenjaar 1975 besluit het kerkbestuur van de H. Gerlachuskerk te onderscheiden wegens zijn verdiensten voor het behoud van het Nederlandse Monument.

1977
Het Gerlachuskapelletje, waarvan men aanneemt dat het uit de 17e eeuw dateert, wordt onder toezicht van de Dienst voor Monumentenzorg opgeknapt en geschilderd.

1978
Einde van grote restauratie 1962-1978, nadat men eerst nog vloerverwarming heeft aangelegd en nieuwe plavuizen worden gelegd.

1979 - 23 juli
Robert baron de Selys de Fanson, overleden te Brussel (1925-1979) legateert het landgoed aan de r.k. parochie van Sint Gerlach in Houthem.

1979 - 1994
Zoektocht naar een passende herbestemming door de opeenvolgende kerkbesturen, Werkgroep Landgoed Sint Gerlach en Stichting Behoud Sint Gerlach.

1981
De kelk die de Houthemse bevolking in 1939 schonk aan de in 1980 overleden deken Frissen, wordt door de familie Frissen aan de kerk geschonken.

1981 - 3 mei
Brand in de schuur van boerderij Erens.
Diverse ontwikkelingsplannen voor beheer en restauratie van het landgoed lopen op niets uit.

1988 -1989
Ingrijpende restauratie van het uit  1771 (of 1784?) daterende Binvignat-orgel. Daarbij wordt het hoofdwerk naar voren geplaatst.

1990 - 4 januari
Opening van reliekschrijn van Gerlachus.

1990 - 4 juni
In Houthem vindt onder grote publieke belangstelling de Ommegang plaats. Deze historische stoet was het hoogtepunt van het 8e eeuwfeest  "Heilige van het Geuldal".

1993 - Pinksteren
De onlangs door het restauratie-atelier van de Abegg Stiftung in Zwitserland gerestaureerde tuncia of tunicella wordt op de 1e en 2e Pinksterdag in de kerk geëxposeerd. Daarna wordt dit bijzonder stuk textiel tijdelijk overgebracht naar de schatkamer van St. Servaas in Maastricht.
Het kostbare en zeer bijzondere gewaad is vervaardigd uit rode zijde met een blauwzijden voering en stamt uit de 10e of 11e eeuw en werd aangetroffen in de reliekschrijn. Het diende lange tijd om de relieken in te wikkelen.

1994
Overeenkomst tussen kerkbestuur en Camille Oostwegel, directeur van ChâteauHotels & Restaurants en Maarten Cuppen, directeur van projectontwikkelingsmaatschappij ‘De Vegtse Slag’ inzake restauratie en toekomstig gebruik.
Begin van de restauratie van de châteauvleugel.

1995 - 12 januari
Eerste steenlegging door de gouverneur van Limburg, mr. B.J.M. baron van Voorst tot Voorst bij gelegenheid van de officiële start van de restauratie van château, stift en pachthof.

1995 -1997
Restauratie met herbestemming tot Heiligdom en Château Sint Gerlach.
De kerktoren wordt hersteld.

1997 - voorjaar
Restauratie van het Landgoed Sint Gerlach voltooid.

1997
De verbinding van de ruimte onder de orgeltribune (voormalige onderkoor) met de kruisgang wordt hersteld.
Een gedeelte van het voormalige klooster wordt weer bij de kerk gevoegd.
Bouw van de nieuwe pastorie.
In de dagkapel brengt Irene van Vlijmen een mozaïekwand van 5,40 bij 6,85 m. aan. Deze mozaïek is  door Camille Oostwegel geschonken en is opgedragen aan de mensen van Houthem.

Mozaïek in dagkapel.

1997 - 15 september
Officiële opening verricht door mr. Pieter van Vollenhove.
Bisschop Wiertz zegent het geheel gerestaureerde landgoed in.

circa 1998
Twee knielende engeltjes en twee kopjes van cherubijntjes van het hoofdaltaar worden ontvreemd.

1999 - 28 januari
Diploma voor de restauratie door Europa Nostra uitgereikt.

21e EEUW

2000
Restauratie van de adellijke grafkelder, die in 1854 door de familie Corneli aan de noordzijde van de kerk werd gebouwd, wordt afgerond. Door de verhuur voor 50 jaar van de 13 grafnissen kon de restauratie betaald worden.
Inrichting Sint Gerlachusdagkapel.

2001 - 4 januari
Inwijding van de voltooide Sint Gerlachusdagkapel.door mgr. F. Wiertz

2003
Ingrijpende restauratie van de glas-in-loodramen van de Gerlachuskerk.
De zuidkant van het dak wordt van nieuwe leien voorzien, de gevels worden bijgewerkt, het oude verwarmingshuisje wordt afgebroken en de ingangspartij wordt vernieuwd.

2003 - 12 november
Het oude herstelde kerkkruis wordt weer op de nok van het kerkdak geplaatst.

2003 - 21 november
Oplevering van alle onderdelen van de restauratie van het exterieur van de Gerlachuskerk.

2004 - 28 maart
De refugio, die gehuisvest is in de sacristie, wordt geopend en ingezegend als eerste en officiële Santiago pelgrimrefugio in Nederland.

2007 - 2 juli
Start met de bouw van de steigers t.b.v. de plafondrestauratie.

2008 - 3 juli
Overlijden van oud-pastoor Jos Keulers (1931-2008), initiatiefnemer van de restauratie van de Sint Gerlachuskerk en grondlegger van het Heiligdom Sint Gerlach.

2008 - augustus
De restauratie van het gewelf met de unieke plafondschilderingen, die in 1751 door de Oostenrijker Schöpf zijn aangebracht, is gereed. De restauratie werd uitgevoerd door Barnard Delmotte (pleisterwerk) en Karin Keutgens (schilderwerk) uit Antwerpen.

2009 - januari
De ingrijpende restauratie die ruim 12 ,5 jaar heeft geduurd wordt tijdens de octaafviering feestelijk afgesloten.
Ingebruikname van de schatkamer in de kruisgang, met o.m. de kostbare tunicella, het zilveren borstbeeld van Gerlachus, diverse kelken en relieken.
De nieuwe bronzen reliekschrijn, die bij de graftombe van Gerlachus staat, wordt in gebruik genomen. De oude houten reliekschrijn werd voor het laatst (de 5e keer) geopend op 4 januari 1990. De vorige keren gebeurde dat op 5 september 1841, op 4 april 1869, op 19 mei 1929 en op 30 augustus 1958.

2011 - 7 augustus
Als sluitstuk van de restauratie en opwaardering van het Heiligdom Sint Gerlach is dank zij een ruime bijdrage van  de Sint Gerlachus Stichting het voorterrein voorzien van een aangepaste bestrating en is een labyrint aangelegd.
Tijdens een korte plechtigheid werd dit op 7 augustus ingewijd..

2014
Gezichtsreconstructie van St. Gerlach
De v.m. sacristie/parochiezaal en de refugio worden verbouwd en uitgebreid.

2015 - 7 maart
Na een verbouwing van de oude sacristie tot parochiezaal en refugio
wordt de refugio op 7 maart feestelijk in gebruik genomen.


bronnen:
Parochiekerk H. Gerlachus, 1984, p.  15
Houthem en St. Gerlach in de literatuur / Fons Heijnens, 1993
Dagboek van een opgraving / D. Krikke, [1997], p.  11-24
Landgoed Sint-Gerlach / A.G. Schulte en A.A.M. Warffemius, 1999, p. 23-25, p. 233, p. 271
St. Gerlach Houthem - Nederlandse uitgave, 2000, p. 5-6
Documentatiesysteem van de Heemkundevereniging Houthem-St. Gerlach.
Herinrichtingsplan en restauratie van het gewelf van de St. Gerlachuskerk / ir. P.A.M. Mertens. In: 't Sjtegelke, 11(2004) nr. 2 (december), p. 31-43

 

Copyright © Fons Heijnens 2004-