Vita Beati Gerlaci Eremytae


  HOOFDSTUK VII 

Over de grote vervolging die hij voor Christus doorstond

 17. Aangezien allen die vroom willen leven in verbondenheid met Christus, vervolging lijden om de rechtvaardigheid, heeft de Heer zijn uitverkorene op de proef gesteld, zoals men dat doet met goud in de oven. En om hem te zuiveren en van iedere onreinheid te ontdoen, om alle wereldse smetten van hem te verwijderen en om hem te reinigen zoals men zilver in het vuur toetst, leidde Hij hem herhaaldelijk en op vele wijzen door de smeltkroes van moeilijkheden. Nadat hij inderdaad, zoals we reeds hebben verteld, voordien onderworpen was geweest aan de duistere en sluwe bekoring van de boze geesten - zoals een slang haar hinderlaag legt in het duister -, volgde nu een niet minder erge en openlijke vervolging tegen hem vanwege sommige rijke en machtige lieden  - zoals een leeuw brult vanaf een hoogte.

 18. Inderdaad: de overste en de monniken en ook de clerici van de stichting te Meerssen 1), die niet zo veraf van Gerlach leefden, waren verbaasd over en onder de indruk van zijn ongewone levenswijze, omdat de man Gods, naar het voorbeeld van vroegere kerkvaders die zich ophielden in spelonken en grotten, het leven van een engel leidde in de holte van een eik. Omdat evenwel een dergelijke levenswijze hun niet leek te stroken met de gewoonten van eigentijdse religieuzen spanden zij zich in om hem van zijn opzet af te brengen. Met veel inzet en moeite drongen zij erop aan dat Gerlach onderworpen zou worden aan het gezag van de overste en van de monniken van Meerssen.

Gerlach vreesde evenwel dat hij, in het geval dat hij zich door een gelofte van gehoorzaamheid zou binden aan personen die een minder streng leven leidden, wel eens voor de keus zou kunnen worden gesteld: of tekort komen aan die gehoorzaamheid of zijn eigen ideaal opgeven, in het geval namelijk dat de overste van Meerssen hem iets zou bevelen, dat indruiste tegen zijn godsdienstige opvatting of zijn geloften 2).

De monniken en clerici van het klooster te Meerssen waren verontwaardigd daarover, alhoewel zij het niet aandurfden hem, die toch van goeden huize was en een grote faam genoot, persoonlijk lastig te vallen. Maar wel begonnen zij hem op allerhande wijzen verdacht te maken bij de bisschop van Luik, Norbertus 3) zaliger gedachtenis. Geloof hechtend aan wat hem verteld werd, begaf de bisschop zich met spoed naar de plaats waar Gerlach zijn schuiloord in een eik had. Omdat men hem verteld had dat Gerlach veel geld bezat en dat verborgen hield onder de massa stenen die in de cel bijeen gebracht was, gaf de vertoornde bisschop het bevel de eik om te hakken en de plaats aan een grondig onderzoek te onderwerpen. Toen daar niets anders gevonden werd dan duidelijke verwijzingen naar een werkzaam en sober leven, betreurde hij het heel erg dat hij verkeerd was geïnformeerd over zo een vooraanstaand man en hij zuchtte omdat hij een onschuldige en rechtvaardige leed had berokkend. Het gevolg nu was dat Norbertus, de bisschop van Luik, voor hem wilde zorgen zoals een geestelijk leider voor een jonge man, en op zijn beurt stelde hij de abt van Rolduc 4) en andere geestelijken over hem aan, voor zover het betrekking had op de pastorale zorg voor zijn ziel.

 19. Sommigen menen, weliswaar ten onrechte, dat deze Norbertus, de bisschop van Luik, de Heilige Norbertus 5) was, de stichter van de Orde van Premonstreit. Zij vergissen zich evenwel omdat er twee personen zijn met dezelfde naam. De Heilige Norbertus, bisschop van Maagdenburg, die de Orde van Premonstreit stichtte, verliet ons voor de Heer ten tijde van Keizer Lotharius 6). De Heilige Gerlach -  getuige de bul die hij van Rome met zich mee bracht - werd daarentegen door Paus Adrianus hierheen gezonden. Deze Paus Adrianus nu, dit staat historisch buiten kijf, was de man die geruime tijd later en een hele tijd na het overlijden van Lotharius, Frederik 1 tot Rooms Keizer zalfde. 

Noten

1. Marsua, ook Marsna, in de volkstaal Meerssen, vroeger een koninklijk paleis, op een uur gaans afstand van Maastricht, werd in 968, met inbegrip van villa en grond door Koningin Gerberga aan de monniken van de abdij van de Heilig Remigius te Reims geschonken. Ze hielden dit in bezit tot in onze tijd. Vervolgens stonden ze het af aan reguliere kanunniken door ruiling met andere goederen in Frankrijk
2. Er ontbreekt iets in deze zin.
3. Onder de bisschoppen van Luik komt geen Norbertus voor, tenzij iemand een dubbele naam heeft gehad. Ik denk evenwel dat het meer waarschijnlijk gaat om een koorbisschop of een vicaris.
4. Claustrum Rodense, in de volkstaal Cloosteraet, is in Limburg een klooster van reguliere kanunniken. Zij droegen een zwarte tuniek en een witte band vanaf de hals, zoals de monniken van Sint-Geertruid te Leuven en die van de Koudenherg te Brussel. Aubertus Miraeus spreekt over hen in boek 1, Donat. Belgic., Hoofdstuk 67. De abdij is gelegen bij de stad Ducis-Rodam, in de volkstaal Shertoghenraet, in het Frans Rolduc.
5. De Heilige Norbertus wordt gevierd op 6 juni.
6. Lotharius II werd na het overlijden van Hendrik V in 1125 gekozen, te Rome gekroond in 1133. Hij overleed op 3 december 1138.

 

<< VORIGE                                                                               <<TERUG>>                                                                                VOLGENDE>>