HOGE PAUSELIJKE ONDERSCHEIDING VOOR
jOEP pLUYMAEKERS |
Foto: Bisdom Roermond
Joep Pluymaekers werd vrijdagmiddag 28 mei verrast
met een hoge pauselijke onderscheiding. Hij is benoemd tot
Commandeur in de Orde van Sint-Sylvester vanwege zijn vele
verdiensten voor de kerk en de samenleving. Vicaris-generaal Mgr.
René Maessen was naar Houthem gekomen om in de Sint-Gerlachuskerk
een expositie over de bedevaarten naar Lourdes te openen, die mede
door Pluymaekers is samengesteld.
Lees verder:
https://tvvalkenburg.tv/nieuws/hoge-pauselijke-onderscheiding-voor-joep-pluymaekers/
29-5-2021 |
Tijdens de viering van het feest van Sint
Gerlach op 5 januari 2015 in Houthem werden enkele onderscheidingen
uitgereikt.
Aan de heer Wiel Coenjaerts is de pauselijke onderscheiding 'pro
ecclesia et pontifice' uitgereikt vanwege zijn uitzonderlijke en
langdurige verdiensten voor de parochie, met name op het terrein van
de verering van St. Gerlach.
De dames Elly Braeken en Marij Franssen zijn
opgenomen in de orde van St. Gerlach vanwege hun landurige en
veelzijdige activiteiten voor de parochie.
6-1-2015
|
NIEUWE COÖRDINATOR HEILIGDOM ST. GERLACH
|
Met ingang van 1 oktober 2014 is Claar Habets door
het kerkbestuur benoemd tot coördinator van het Heiligdom St.
Gerlach.
Zij is bereikbaar via
e-mail of telefonisch via tel.nr.
06-153044 92.
15-10-2014
|
Tijdens de viering van het feest van Sint
Gerlach op 5 januari 2014 in Houthem werd een drietal personen,
mevrouw Maria Schoenmaekers-Bormans en de heren Wiel Gelissen en
Harry van Hertrooy, opgenomen in de Orde van Sint Gerlach. Hieronder
volgt een korte beschrijving van de betekenis van deze
onderscheiding.
(foto's: Hans Zwakenberg)
Op 5 januari 2000 is door het kerkbestuur van
de parochie van de Heilige Gerlachus te Houthem de “Orde van Sint
Gerlach” opgericht. De zetel van de Orde is het Heiligdom van de
Heilige Gerlachus in Houthem. Het bestuur van de Orde wordt gevormd
door het kerkbestuur. Het doel van de Orde is om personen te
onderscheiden, die bijzondere verdiensten hebben voor de parochie
van de Heilige Gerlachus of voor de verspreiding en verdieping van
de verering van de Heilige Gerlachus of voor zijn Heiligdom.
Om voor de Orde in aanmerking te komen dient
men de leeftijd van 35 jaar bereikt te hebben. De bijzondere
verdiensten, op basis waarvan toelating tot de Orde wordt verleend,
dienen “meer dan het gewone” te zijn en dat gedurende minstens 15
jaren. De toelating wordt uitsluitend door het kerkbestuur van de
parochie van de Heilige Gerlachus verleend..
Opname in de Orde geschiedt door een plechtige
investituur tijdens de hoogmis op de feestdag van Sint Gerlach, 5
januari. Kandidaten krijgen de ten teken van opname in de Orde de
medaille omgehangen door de pastoor van de parochie van de Heilige
Gerlachus te Houthem of een door hem aangewezen persoon. Deze
medaille is het herkenningsteken dat de drager lid van de Orde is.
Gedragen wordt de medaille bij feestelijke
gebeurtenissen ter ere van Sint Gerlach, met name tijdens de viering
van het octaaf, van 4 tot en met 12 januari, en tijdens
pelgrimstochten naar of met St. Gerlach. Verder tijdens kerkelijk
hoogfeesten, zoals bijvoorbeeld Kerstmis, Pasen en Pinksteren, en
tijdens speciale familiefeesten, zoals huwelijksjubilea.
Van de leden van de Orde wordt verwacht dat ze
activiteiten waarvoor ze in de Orde zijn opgenomen zolang mogelijk
voortzetten. Ook worden ze geacht zoveel mogelijk aanwezig te zijn
bij de plechtigheden rond Sint Gerlach, zoals de tijdens de viering
van het octaaf. Bij het uittrekken van de Sacramentsprocessie vormen
de leden zoveel mogelijk een ere-escorte rond het Heilig Sacrament.
6-1-2014
|
ZILVEREN PRIESTERJUBILEUM PASTOOR BURGER |
Begin oktober is het 25 jaar geleden dat pastoor Burger tot priester
gewijd werd. Deze bijzondere gebeurtenis willen we natuurlijk niet
ongemerkt voorbij laten gaan. Het is de wens van pastoor om in alle drie
de parochies van ons cluster aandacht aan de viering van zijn zilveren
priesterjubileum te besteden.
Foto: Diana Scheilen
Begonnen wordt in Broekhem op
vrijdagavond 21 september om 19.30 uur met een Rock Solid
avond voor de tieners uit ons parochiecluster in gemeenschapshuis de
Beemden.
Zondag 23 september vindt in Houthem om
9.30 uur een eucharistieviering uit dankbaarheid plaats met
feestpredikatie door mgr. Hendriks, hulpbisschop van Haarlem. Na afloop
is in de kruisgang gelegenheid om de jubilaris te feliciteren. 's
Middags om drie uur vindt in de St. Gerlachuskerk een feestelijk concert
plaats.
In Broekhem is op zaterdagavond 22
september na de H. Mis van 17.30 uur in de parochiezaal gelegenheid
tot feliciteren.
In Berg is zaterdagmiddag 29 september
voor de bewoners van Fonterhof na de H. Mis van 14.30 uur gelegenheid om
pastoor te feliciteren. Zondag 30 september wordt om 10.00 uur de
eucharistie gevierd met feestpredikatie door de hulpbisschop van
Roermond, mgr. De Jong. Na afloop biedt het kerkbestuur pastoor een
receptie aan in zaal 't Vöske waarbij alle parochianen en overige
genodigden de jubilaris kunnen feliciteren. Om 16.00 uur 's middags
vindt, eveneens in 't Vöske, een uitvoering plaats van de musical Paulus
door de KISI KIDS uit 's Hertogenbosch. Deze uitvoering is speciaal
bedoeld voor de kinderen uit onze parochies en hun ouders.
Het kerkbestuur nodigt alle parochianen van harte uit om aan één (of
meer) vieringen deel te nemen.
Klik hier
voor het artikel in Dagblad De Limburger
8-7-2012
|
INTERVIEW MET PASTOOR BURGER T.G.V. ZILVEREN PRIESTERJUBILEUM |
Onze pastoor werd geboren op 26 september 1962
als jongste van 8 kinderen. Zijn ouders en het gezin woonden toen in
Santa Monica in de staat Californië in de V.S. De familie Burger was
enkele jaren eerder, door allerlei beloftes gelokt, naar de U.S.A.
geëmigreerd. Ze keerden overigens terug naar Nederland in 1965 en
vestigden zich in Scheveningen.
Als jongen bezocht hij basisschool Cordi
Sacratissimo (Allerheiligst Hart) in zijn woonplaats. Vervolgens
bezocht hij ook in Scheveningen het Aloysiuscollege en volgde er de
Atheneumopleiding. Het was een gerenommeerde school, geleid door
Jezuïeten waar o.a. de politicus Schmeltzer zijn opleiding genoot.
De priesteropleiding en -roeping kwamen niet zomaar uit de lucht
vallen. Onze Pastoor kwam uit een kerkelijk betrokken gezin en had
er geen moeite mee de H. Mis bij te wonen en hij trok zich ook graag
terug in gebed, zoals rozenkransgebed. Ook las hij veel en graag;
naast stoere jongensboeken legde hij ook bijzondere interesse aan de
dag voor religieuze literatuur. Al op jeugdige leeftijd las hij: 'De
boodschap van de barmhartige liefde' en 'De belijdenissen van de H.
Augustinus'. Dit godsdienstige klimaat en verder gesprekken met zijn
ouders en de pastoor en ook twijfels en aarzelingen, vormden de
voedingsbodem voor de priesterroeping.
Hij volgde het Groot-seminarie te Rolduc; de keuze viel op een
alles-onder-één-dak instituut; d.w.z. studie, wonen en gebedsleven
op dezelfde plek. Hij studeerde er van 1980-1987 en startte de
studie met 12 priesterstudenten, waarvan een tiental ook
daadwerkelijk priester werd. Hij heeft overigens nog zeer regelmatig
contact met zijn studiegenoten.
In deze periode maakte de kerk ook moeilijke tijden door. De
ontkerkelijking leek min of meer een halt toegeroepen. Als
priesterstudent was hij meer dan ooit gedreven en gesterkt door
gebedsleven om het katholieke geloof nieuw leven in te blazen.
Pastoor voltooide zijn priesterstudie met de scriptie: 'Gebedsleven
in gezinsverband'.
Onze jubilaris droeg zijn eerste H. Mis op in
de kerk van het H. Sacrament in Den Haag in 1987 behorende tot het
bisdom Rotterdam. Al eerder was hij diaken/kapelaan in
Roelofarendsveen en in 1987 tot 1991 kapelaan te Barendrecht.
Vervolgens keerde hij terug naar het bisdom Roermond, waar hij
kapelaan in Nieuwenhagen werd van 1991 tot 1992. Daarna werd hij,
mede door het priestergebrek, al op vrij jonge leeftijd pastoor in
Meerssen-West van 1992-1999. Hierna volgde zijn benoeming tot
pastoor in Berg en Terblijt en in 2006 werd hij daarnaast ook nog
parochieherder van Broekhem en Houthem. Dat Pastoor Burger ook de 2
genoemde parochies erbij kreeg, lag in de lijn der verwachtingen,
omdat er al in 2000 een clusterconvenant was getekend door deze
parochies, waarin allerlei vormen van samenwerking tussen de
parochies waren afgesproken.
Pastoor ervaart het religieuze werk in 3
parochies als een heel werk om te volbrengen; temeer omdat hij niet
alles zelf kan doen en hij keuzes moet maken. Hij ziet daarin als
kerntaken van zijn priesterschap: liturgie, eucharistievieringen,
catechese, communie- en vormsel-voorbereidingen, huwelijken,
uitvaarten en (zieken)bezoeken. Dit betekent dat de drievoudige
parochieherder het niet alleen af kan. Gelukkig zijn er vele
vrijwilligers die meedragen, maar hij blijft medewerkers nodig
hebben, die bijdragen aan de taak die de kerk heeft in de 3
parochies om de boodschap van Jezus uit te dragen.
Tot slot: De jubilaris kijkt in dankbaarheid
terug op 25 jaar priesterschap, hij is dankbaar dat hij er als
priester voor de mens kan zijn. Hij zegt letterlijk: “ Onze Lieve
Heer heeft mij vastgehouden in moeilijke tijden.” Hij spreekt zijn
hoop uit dat jonge gezinnen het gebed in gezinsverband onderhouden
en cultiveren.
Hub. Hounjet
7-9-2012
|
AFSCHEID VAN
PAROCHIEMEDEWERKER HUB SCHEYEN |
Hub
Scheyen neemt, na jarenlange trouwe dienstbaarheid, met ingang van
januari 2012 afscheid als parochiemedewerker.
In 1962 is hij, onder pastoor Houben, begonnen als collectant.
Sindsdien heeft hij zich veelvuldig ingezet voor de parochie en de
gemeenschap van Houthem. Zo was hij ca. 28 jaar kerkenwacht en gaf
rondleidingen aan bezoekers van het heiligdom.
Hij maakte de dienstroosters voor de collectanten en de
kerken-wacht, maar was bv. ook betrokken bij het jaarlijks opzetten
van de kerststal samen met andere vrijwilligers. Gedurende de
laatste 12 jaar vervulde hij de functie van koster, deze taak is
inmiddels overgenomen door andere vrijwilligers.
Niet onvermeld mag worden zijn jarenlange bestuursfunctie bij het
Groene Kruis en de bejaardenvereniging. Voor zijn werk als
penningmeester van de Grafische bond ontving hij een Koninklijke
onderscheiding.
Een verdienstelijk parochiemedewerker neemt als zodanig afscheid.
Als waardering van zijn inzet voor de parochie ontving hij de
Pauselijke onderscheiding Benemerenti. Eens te meer blijkt hoe
belangrijk en onmisbaar de vrijwilliger is voor het functioneren van
de parochie-gemeenschap.
Misintenties
Ook de dagelijkse misintenties werden tot heden door Hub Scheyen
ingeschreven en wekelijks bijgevoegd bij de kerkdiensten.
Deze taak neemt Wiel Coenjaerts, met ingang van het nieuwe jaar,
over.
Zijn telefoonnummer is 043 - 604 23 36. Zijn e-mailadres:
wmmcoenjaerts@hetnet.nl
23-12-2011 |
Zondag 20 september
2009
organiseerden de kerkbesturen voor alle vrijwilligers uit de drie
clusterparochies een gezamelijke vrijwilligersdag.
Begonnen werd met een H. Mis in de St.
Gerlachuskerk in Houthem. Na afloop vond een bijeenkomst plaats in
dorpscentrum de Holle Eik met een presentatie over de toekomstige
samenwerking tussen de 3 parochies. Aansluitend een
gemeenschappelijke lunch. Ter afsluiting werd er in de namiddag
enthousiast gebowld.
21-9-2009 |
Tijdens de afsluitende viering van het Gerlachusoktaaf werden mevr.
Ans Bemelmans en dhr. Piet Mertens opgenomen in de orde van St.
Gerlach.
Piet Mertens
ontving bovendien de pauselijke onderscheiding ridder in de orde van
St. Sylvester uit handen van bisschop Frans Wiertz.
11-1-2009
|
EMERITUS PASTOOR JOS
KEULERS OVERLEDEN
|
|
|
|
|
Donderdagavond
3 juli 2008 is in het ziekenhuis te Maastricht emeritus
pastoor Jos
Keulers overleden.
Hij was van 1985 tot 2006 pastoor van Houthem en van 1994
tot 2006 pastoor van Broekhem.
Hij is op 10 juli begraven op het
parochiekerkhof in Houthem. |
6-7-2008 |
NIEUWE
VOORZITTER PROCESSIECOMITÉ |
Het kerkbestuur van Houthem heeft mevrouw Karine Pluymaekers
bereid gevonden om de functie van voorzitter van het processiecomité
op zich te nemen. Zij volgt de heer Jef Voncken op die vorig jaar,
na 40 jaar, de voorzittershamer heeft neergelegd. Wij wensen haar
veel succes toe met deze mooie taak.
27-3-2007 |
OUD-PASTOOR JOS KEULERS ONDERSCHEIDEN |
Oud-pastoor Jos Keulers is gisteren tijdens het octaaf in Houthem
onderscheiden met de orde van Sint-Gerlach.
LEES VERDER
5-1-2007 |
AFSCHEID VAN KOSTER JEF VONCKEN |
|
Na een lange periode van meer dan 40 jaren zal de parochie H.
Gerlachus op 31 december 2006 afscheid nemen van de koster, de
heer Jef Voncken.
Naast zijn functie als koster heeft Jef Voncken nog andere
nevenfuncties. Hij was vele jaren voorzitter van het
processiecomité (deze taak heeft verleden jaar overgedragen),
voorzitter van de collectantengroep, lid van de diaconiegroep en
zorgt o.a. ook voor het opbouwen van de kerststal in de kerk.
De heer Voncken heeft enige tijd geleden
aangekondigd zijn taak als koster per 31 december te beëindigen.
Vanwege zijn vele verdiensten zal de parochie hem op 31 december
na de hoogmis van 9.30 uur op gepaste wijze eren en bedanken
voor zoveel jaren dienstwerk voor de parochie. |
18-12-2006 |
Zoals u wellicht al gezien hebt met Pasen 2006 zijn de Houthemse
acolieten en misdienaars in het nieuw gestoken. Tijdens de hoogmis
werden voor het eerst de nieuwe rode togen met witte superplies
gedragen. Ze vormen een aanwinst voor de waardigheid van de
vieringen. Ook in de sacramentsprocessie met Pinksteren zorgde de
nieuwe outfit, naast het mooie weer en de prachtige versieringen,
voor een extra feestelijke uitstraling. Deze nieuwe liturgische
gewaden zijn in de voorbije maanden door enkele dames uit de
parochie vakkundig gemaakt. Namens alle parochianen dankt het
kerkbestuur hen voor hun belangeloze inzet voor de parochie.
16-6--2006 |
FOTO'S Installatie pastoor BURGER |
Op zondag 19 maart 2006 is pastoor Burger
geïnstalleerd in Houthem. Hij werd feestelijk afgehaald vanaf de Gerlachuskapel door de Schutterij St. Martinus en Brassband St.
Gerlach en vele andere belangstellenden.
Tijdens de hoogmis van 9.30 uur legde
de pastoor in aanwezigheid van deken Kirkels de eed af. Na afloop
van de viering werd de pastoor in de kruisgang door velen
gefeliciteerd met zijn benoeming tot pastoor in Houthem.
Klik op de foto voor
vergroting.
Kerk met vlag |
Kop van
de stoet |
De nieuwe pastoor |
Het Kerkbestuur |
Afleggen van de eed |
Beelden van de druk bezochte receptie |
22-3-2006 |
J. BURGER BENOEMD TOT PASTOOR |
Pastoor J.M. Burger
Het bisdom Roermond heeft J.M. Burger per 15 maart 2006 benoemd tot pastoor van de H.
Gerlachusparochie in Houthem-Sint Gerlach en de H. Jozefparochie in
Broekhem. Burger, die daarnaast ook zijn taak als pastoor van Berg
en Terblijt houdt, volgt pater J.M. Keulers op. Die kreeg op 31
december jl. eervol ontslag.
Pastoor Burger was al sinds 11 februari 2005 administrator
(plaatsvervangend pastoor) en voorzitter van het kerkbestuur.
21-2-2006 |
KORTE LEVENSLOOP VAN PASTOOR J.M.
BURGER
|
Hij is 43 jaar oud. Zo goed als helemaal
getogen in Scheveningen in een gezin van acht kinderen, waarvan hij
de jongste is.
Na een zesjarige opleiding op het
Groot-Seminarie Rolduc heeft hij in 1986 de diakenwijding ontvangen
en een jaar later in 1987 op 10 oktober – huidige feestdag van de
Sterre der Zee in het bisdom Roermond - de priesterwijding, in de
kathedraal van Rotterdam. Vervolgens kapelaan geweest in Barendrecht
en Nieuwenhagen. Op jonge leeftijd (30) reeds pastoor geworden van
de Sint Joseph Arbeider parochie van Meerssen-West. “Zo vroeg
pastoor zijn” – zo heeft pastoor Burger toentertijd aangegeven –
“niet als verdienste, maar vanwege de noodsituatie in de Kerk
alhier, het steeds kleiner wordende aantal priesters”. En zo ook nu.
“Het feit dat je drie parochies toevertrouwd krijgt is geen
verdienste, maar ligt aan de omstandigheid van steeds minder
beschikbare priesters in de pastoraal”. Reeds bij de benoeming in
Berg en Terblijt, ruim zes jaar geleden, heeft de Bisschop gevraagd
tot nauwe samenwerking te komen met de parochies van Houthem en
Broekhem. En daar heeft het pastoraal team samen met de kerkbesturen
zich ook voor ingezet in de afgelopen jaren, met gevolg dat reeds
het nodige in de drie parochies op elkaar is afgestemd. “In al deze
jaren van (jong) pastoor zijn heb ik me gelukkig mogen verheugen
over goede bijstand en hulp van veel vrijwilligers!” En zo hoopt hij
ook in de komende tijd in de parochies pastoor te zijn met onze hulp
en steun. Een bijzonder accent in zijn pastoraat is het bezoeken, de
aandacht en pastorale zorg voor de zieken. De bisschop heeft pastoor
Burger, met behoud van de parochie van Berg en Terblijt, benoemd tot
pastoor van Sint Gerlachusparochie van Houthem en Sint
Josephparochie van Broekhem, met ingang van 15 maart 2006, ook met
de opdracht bij te dragen aan het proces van herstructurering en
revitaliseren, zoals dat in het bisdom in gang is gezet.
De installatie tot nieuwe pastoor zal op
eenvoudige wijze plaatsvinden in Broekhem op 18 maart,
zaterdagavond, tijdens de heilige mis van 17.30 uur; en in Houthem
op 19 maart 2006 zondagochtend tijdens de heilige Mis van 9.30 uur,
beide keren door de H.E.H. L. Kirkels, deken van Meerssen.
24-2-2006
|
PASTOOR KEULERS TERUGGETREDEN |
Pastoor Keulers is medio december 2005 noodgedwongen teruggetreden
als pastoor van Broekhem en Houthem. Zijn gezichtsvermogen was
zodanig afgenomen dat dit de praktische uitvoering van zijn werk als
pastoor onmogelijk maakte. Ook om praktische redenen heeft hij de
pastorie van Houthem verlaten. In overleg met de provinciale overste
van zijn congregatie, de paters Montfortanen, heeft hij zijn intrek
genomen in het klooster van Vroenhof, waar hij deel uit maakt van de
communiteit van dit klooster.
Op
17 en 18 december 2005 nam hij afscheid van zijn parochianen in
Broekhem en Houthem.
Na enige aandrang en overleg heeft pastoor Keulers toch een
afscheidscadeau aanvaard. Vanwege zijn beperkt gezichtvermogen, werd
hem door de kerkbesturen een grootbeeldtelevisie aangeboden, zodat
ook hij de ontwikkelingen in kerk en wereld via dit medium kan
blijven volgen.
3-1-2006 |
"HISTORYS
EN MEMORYS" VAN PASTOOR KEULERS |
Er is een tijd van komen en een
tijd van gaan;
…. de tijd van gaan is nu gekomen.
“Historys en memorys” van pastoor
Keulers.
De jeugd- en oorlogsjaren
Jos Keulers werd geboren op 15 februari 1931 in Beek, op een zondag
onder de hoogmis.
“Of dat al een voorteken was?” zo oppert hij.
Hij groeide op in een patriarchaal gezin bestaande uit zeven
personen. Vader en moeder, zus Paula en broer Hubert, een van de
twee opa’s en een ongetrouwde tante.
Zijn vader kwam van Schinnen en trouwde in bij zijn vrouw in Beek,
zoals dat toen de gewoonte was.
Het patriarchale vergelijkt hij met wat hij later ervoer bij de
Bedoeïenen in de woestijn. “Het hele leven speelt zich af in de
stam. De stam beslist en men moet zich aan de regels houden. Maar de
leden zijn dan ook verzekerd van de bescherming van de stam.”
Zoals bij de Bedoeïenen toen, was het in het Limburg van de
dertigerjaren al lang niet meer. De vroegere stammen hier waren al
eeuwen geleden uiteengevallen. “Maar er waren wel nog de families,
de gezinnen waarin ook ieder lid zich aan de regels moest houden,
waar men zich wel thuis en beschermd voelde.”
Pastoor Keulers heeft hoe langer hoe meer een grote kentering
gezien, die hij betreurt.
“Het gezin is het gezin van vroeger niet meer. Hoeveel
eenoudergezinnen zijn er al niet? Hoeveel alleenstaanden op een
flatje?” Volgens hem de oorzaak van veel vereenzaming.
Een ander groot verschil met tegenwoordig was de bescheiden welvaart
van toen. In de Limburgse gezinnen heerste soberheid. “Moeder moest
proberen rond te komen met een rijksdaalder per week en dat met
zeven personen. Gelukkig hadden we wel een eigen tuin met groente en
een varken. Speelgoed had ik niet. Ik speelde met lucifersdoosjes of
met de speelkaarten die door de ouderen waren afgedankt. ‘s Zondags
kreeg ik één cent om drop te kopen. In warme dagen in de zomer
kregen we soms een ijsje.” Jos Keulers wist niet beter, want zo was
het overal. En binnen het gezin leefde hij gelukkig en beschermd.
Vader Keulers werkte eerst bij opa op de molen in Heijsterbrug in
Schinnen. Zakken graan of meel sjouwen. Maar dat vond hij maar
niets. Hij begon daarom met een compagnon een drukkerij in Geleen.
Zijn enige liefhebberij was jagen op een jachtgebied bij Guttecoven.
Het was mooi meegenomen dat de jacht in de wintertijd wat extra
vlees in de pan opleverde.
De Tweede Wereldoorlog heeft pastoor Keulers als jongen bewust
meegemaakt. “Neen, honger hebben we niet geleden. Dat was ook een
voortvloeisel van het beschermde milieu waarin je leefde. De boeren
in de omgeving, allemaal mensen die je kende, waren bereid om je te
helpen. Of het altijd helemaal van harte ging? Er zit natuurlijk wel
een verschil tussen tien kilo tarwe weggeven of tien kilo verkopen,”
merkte hij ooit bij een boer in Oensel.
Ook wat lijf en leden betreft is het gezin de oorlog goed
doorgekomen. “Bij ons was het de gewoonte om elke dag de rozenkrans
te bidden. En voor een goede afloop van de oorlog, ook nog de
litanie van alle heiligen.
Ik zie opa nog in de grote zetel voorbidden. Soms vond ik het wel
een beetje veel van het goede.” Begrijpelijk voor een kleine jongen.
Goede contacten met de buurt en de buren hoorden er ook bij. “Bij
buurman Zef Voncken liep ik gewoon achterom naar binnen. Ik stond
verbaasd te kijken als hij ‘s morgens in alle vroegte al een pan met
spek en veel vet bakte als ontbijt.”
Op school waren de meesters streng maar rechtvaardig. ‘Had je wat
uitgespookt dan kreeg je best wel eens een pak voor je broek. Kwam
je thuis met de opdracht om strafregels te schrijven dan gaf vader
je het dubbele erbij. Maar een keer vond mijn moeder dat ik
onterecht was gestraft en toen is zij het prompt met de juffrouw
gaan uitpraten.”
Op school kreeg Jos van het hoofd, meester Vroemen, bijles in de
Franse taal. Meester Vroemen had goede contacten met de paters
Montfortanen van het klooster Sainte Marie in Schimmert, waar Frans
de voertaal was. Een vingerwijzing naar de toekomst? Maar ook vader
Keulers was thuis bij de Monfortanen. Als drukker verzorgde bij veel
missietijdschriften van de kloosters in de buurt en zo ook de
almanak van de paters van Schimmert. Pastoor Keulers herinnert zich
nog dat de missieprocurator, pater Schreurs, niet alleen de almanak
bij zijn vader liet drukken maar het ook vanzelfsprekend vond dat
deze mee ging om die bij de mensen te verkopen. “Hij had net genoeg
benzine om met zijn autootje naar Beek te rijden. Dus vader moest
ook nog de kosten van de brandstof voorschieten.”
Behalve met de paters was drukker Keulers ook goed bevriend met de
pastoors in de buurt. Dat werd hem bijna fataal. Want pastoor Krijn
van Neerbeek trok in een lokaal krantje, wat door vader Keulers werd
uitgegeven, nogal fel van leer trok tegen het Nationaal Socialisme.
Nog voordat de Duitsers in 1940 ons land binnenvielen vluchtte de
pastoor Krijn daarom naar Zweden.
“Omdat mijn vader dat krantje drukte werd bij ons thuis ook
overwogen of hij ook niet zou vluchten. Hij waagde het erop en bleef
thuis. Maar hij werd toch op zeker moment door de Duitsers opgepakt
en geïnterneerd. Dankzij twee politiemensen uit Heerlen kwam hij
gelukkig spoedig weer vrij.”
De studiejaren
Het sprak vanzelf dat de jonge Jos Keulers na de zomer van 1942 naar
Sainte Marie in Schimmert ging. Het was een tijd dat heel veel
Limburgse jongens naar een, van de vele kloosters gingen.
Limburg was in die jaren overdekt met kloosters, mede als gevolg van
de uitwijzing van religieuzen, zowel paters als zusters, uit
Duitsland en Frankrijk. Deze kloosters waren de opleidingsinstituten
voor de Limburgse jongens, ook al werden ze niet allemaal priester.
Aan Schimmert bewaart pastoor Keulers de meest prettige
herinneringen. “Er heerste orde en discipline, maar we wisten niet
beter dan dat het zo hoorde. De lessen zaten strak in het
dagprogramma, maar je kreeg toch voldoende tijd en ruimte om jezelf
te ontplooien. En zelfs om kattenkwaad uit te halen. Op onze
wekelijkse wandelingen zagen wij wel eens kans om bij een boer aan
de appels te gaan. "Patersjónge, verkesjónge”, zeiden de boeren wel
eens.
Een avontuurlijke streek, die wel een paar dagen vakantie heeft
gekost, was het beklimmen van een steiger. Voor de restauratie van
het Mariabeeld, hoog op de voorgevel van het klooster, was die
steiger geplaatst. “Op een avond hebben we met enkele jongens die
steiger beklommen, zonder echt het gevaar te zien. Maar pater
Overste betrapte ons. Het was vlak voor de grote vakantie en voor
straf moesten we een paar dagen langer blijven. Maar toen ik de
overste in de ogen keek, merkte ik dat hij de kwajongensstreek in
zijn hart wel kon waarderen.”
In de vrije tijd werden de jongens van Sainte Marie, 20 in getal,
opgesplitst in groepjes om allerlei taken te vervullen. De
kostersgroep voor de kapel, de poetsgroep en noem maar op. Jos
Keulers zat in de siergroep die moest zorgen dat bij de vieringen de
kapel feestelijk versierd was. “Een keer met Pinksteren hadden we er
iets heel moois van gemaakt, vonden wij, door naast het altaar de
vazen met bloemen een beetje schuin boven elkaar te zetten. Het zag
er zeer feestelijk uit. Maar tijdens het zingen van het communielied
‘Factus est repente de caelo sonus... ‘(Plotseling ontstond er uit
de hemel een gedruis ...) kwam de hele stellage met donderend geraas
naar beneden. Het ‘repente’ (plotseling) heeft in zijn oren een
speciale klank gekregen.
Er werden ook missiegroepen gevormd die dan contact opnamen met
missionarissen in vreemde landen. ‘Mijn interesse ging uit naar de
missie van Colombia. Het was geweldig om van daaruit brieven terug
te krijgen. Maar het mooiste moment was toen een pater uit dat land
op de missionarissendag naar Schimmert kwam. Dat persoonlijke
contact was iets fantastisch. Wij hingen aan zijn lippen toen hij
begon te vertellen.”
Ook de vakanties werden voor een deel vanuit het klooster ingevuld.
Met enkele paters werden er fietstochten gemaakt door Nederland en
België en zelfs één keer naar Parijs en Chartres met zijn beroemde
kathedraal. “Het waren sportieve en culturele uitstapjes. Slapen
deden we bij boeren in de schuur. En als wij dan uitgeput in het
hooi kropen, moesten de begeleidende paters nog hun brevier gaan
bidden.”
De tijd op Sainte Marie liep ten einde en Jos Keulers kreeg net als
zijn 16 klasgenoten de toog aan. In het noviciaat moest hij verder
ingroeien in de tradities van de congregatie der Montfortanen en hij
veronderstelde dat dit in het klooster te Meerssen zou gebeuren.
Daar kwamen toen ook fraters uit België en Duitsland, maar de Belgen
wilden een noviciaat in eigen land. Om dat op te starten werden drie
Nederlanders uitgezonden. “Willy Darding, Jan Bos en ik. Wij kwamen
terecht in een oude pastorie in een dorp nabij Geraadsbergen. Een
prachtige omgeving waar wij vele wandelingen hebben gemaakt.”
Op het einde van het noviciaat in 1953 kwam vader Keulers te
overlijden. Zoon Jos keerde terug naar Nederland om in Meerssen zijn
eerste professie te doen. Vervolgens ging hij naar het scholasticaat
in Oirschot om filosofie en theologie te studeren. Hij herinnert
zich de lessen van de uitstekende professoren, de momenten van
bidden, mediteren en studeren, maar ook de ontspanning. ‘s Winters
schaatsen op het kanaal en ‘s zomers zwemmen in een ven gelegen op
een stuk heide dat eigendom was van de paters. Er vond echter een
zeer tragisch voorval plaats. “Een Belgische confrater, Kareltje
genaamd, wilde ook eens zwemmen, maar had geen zwembroek. Die heeft
hij toen van mij geleend. Hij nam een duik in het ven, maar kwam
niet meer boven. Hij bleek zijn nek te hebben gebroken. De zwembroek
heb ik van pater overste nooit meer teruggekregen. Die werd als een
soort relikwie bewaard. Misschien dat Kareltje nog eens zalig
verklaard zou worden.”
In Oirschot hadden de paters in het begin van de vijftigerjaren een
nogal primitieve huisvesting. Met vier fraters lag men in een kleine
kamer met in elke hoek een bed en een waskom. Voor honderd fraters,
onder wie ook Belgen en Duitsers, was er slechts één badkamer. Om
een nieuwe vleugel te kunnen bouwen moesten de fraters de boer op om
loten te verkopen. Frater Keulers herinnert zich een vrouw die
weigerde een lot te kopen. “Ik heb zelf helemaal geen badkamer,”
liet zij weten. De nieuwe vleugel kwam er niettemin toch.
Priester tot in eeuwigheid
In 1959 werd Jos Keulers priester gewijd. Een waardige en stijlvolle
plechtigheid.
Maar het leven, nu als priester, ging door. Na de wijding moest hij
met zestien anderen bij de provinciale overste komen. Een voor een
kregen zij een benoeming: de een voor Indonesië, de ander voor
IJsland en weer een ander voor Afrika.
“En ik? Ik moest naar Schimmert. Enerzijds om in het klein seminarie
te assisteren in het internaat, anderzijds om van daaruit met mijn
brommertje naar de Franciscanen in Maastricht te rijden, onder
andere om er psychologie en welsprekendheid te leren. “Aanvankelijk
teleurgesteld, ben ik er achteraf blij over. Daar heb ik mijn plek
in het leven geleerd. Daar ontdekte ik dat het een goed beleid is om
de juiste mensen op de juiste plaatsen te zetten. Daar leerde ik ook
om niet ‘over Christus’ te preken maar ‘Christus zelf’ te
verkondigen. Een subtiel, maar wezenlijk verschil.”
Aan het einde van het jaar 1960 lag er een brief op zijn bureau. Een
benoeming als kapelaan in het Belgische Winterslag, temidden van
veel Poolse en Italiaanse mijnwerkers. Er was een openbare school,
maar de pastoor wilde een katholieke. “Ik werd erop uit gestuurd om
kinderen voor die katholieke school te werven. Maar toen het
schooljaar begon zaten er nog geen ramen in het schoolgebouw en de
aangeworven kinderen liepen door naar de openbare school.” Meer
plezier beleefde kapelaan Keulers als aalmoezenier van de
Kajotsters, zeg maar van de jeugdbeweging voor katholieke meisjes.
Hij maakte met hen een bedevaart naar Lourdes. “Op een excursie in
de Pyreneeën, een prachtige dag met een schitterende natuur,
begonnen die meisjes spontaan het Magnificat te zingen.
Onvergetelijk!”
De Montfort bedevaarten
Twee keer daarna ervoer de priester Keulers dat hij een taak op zich
moest nemen waarvoor hij niet was opgeleid. De eerste keer toen bij
terugkwam uit Lourdes en de benoeming ontving om naar Berg en Dal
bij Nijmegen te gaan. Zijn taak: het leiden van de
Montfort-bedevaarten. De weg naar Lourdes kende hij al. Maar hij
begon ook pelgrimages naar Rome en naar het Heilig Land. “Tja, en
dan ben je dus directeur van een reisbureau, die met andere
reisorganisaties moet samenwerken. Van meet af aan hanteerde ik het
uitgangspunt van vaste prijzen. Ik vond het niet passend om de
deelnemers onderweg de beurs te laten trekken voor maaltijden en
excursies. Uitgangspunt was ook dat er telkens twee reisleiders
meegingen. Het streven om het de mensen naar de zin te maken moest
voorop staan.”
Na verloop van tijd organiseerde hij wel 25 tot 30 bedevaarten per
jaar. De tochten naar het Midden-Oosten bleven niet beperkt tot
Israël. Syrië, Jordanië en Egypte werden in het programma betrokken.
De reizen brachten onvergetelijke herinneringen, teveel om hier
allemaal op te sommen. Een greep daaruit. “In 1973 was ik met drie
groepen tegelijk in Israël toen de oorlog uitbrak met Syrië. We
reden met onze bussen onder spervuur naar Jeruzalem zonder dat we
gevaar bespeurden. Maar het thuisfront, dat allerlei angstwekkende
verhalen in de krant las, wilde dat wij naar huis kwamen. De
pelgrims wilden echter blijven, zij merkten niets van het gevaar.”
Een andere keer maakte een groepje pelgrims op eigen gelegenheid een
tocht door een wadi bij Jeruzalem “Ze werden met een taxi
weggebracht en wij verwachtten hen tegen de avond weer terug. Maar
niemand kwam opdagen. Er werd toen een hele zoekactie op touw gezet
met steun zelfs van het leger en inzet van een helikopter, maar we
konden de groep niet vinden. De volgende morgen daagden de
reisgenoten gelukkig weer op in een Arabisch dorp waar ze feestelijk
waren onthaald. Het bleek dat een van de deelnemers onderweg onwel
was geworden en men daardoor niet verder had kunnen trekken. De
helikopter hadden ze wel gehoord, maar de roep om hulp was niet
gehoord.”
In Egypte werd vanuit Gizeh, waar de grote piramides staan, een
uitstapje naar Luxor in het zuiden gemaakt. Negen Zwitsers in een
busje. De Zwitserse reisleider waarschuwde onderweg om niet te eten
en niet te drinken uit vrees voor maag- en darmklachten. ‘s Avonds
in het hotel in Luxor kwam de leider weer met de waarschuwing. “Zo
hebben zij twee dagen niets gegeten en, wat het ergste was, niets
gedronken. En dat bij die hitte”
Vele herinneringen, fantastische verhalen, maar ook zieke mensen
onderweg en tegenslagen. “Eenmaal onderweg naar de berg van Mozes in
de Sinaïwoestijn, bleek de koeling van de motor van de bus lek.
Goede raad was duur, want alle water was al weggelopen. Een
energieke vrouw onder de pelgrims, Amelie van der Harte, onderzocht
het mankement, vond een gat in een rubber slang, haalde leukoplast
uit haar verbandtrommel en dichtte het gat. De hele voorraad aan
water die we hadden ging in de koeling, maar we konden in ieder
geval verder. Een tweede probleem was dat de grens naar Israël vroeg
in de avond al dicht ging en wij zo niet in op onze bestemming Eilat
konden geraken. De pelgrims morden, maar ik hield hen voor dat het
volk indertijd ook tegen Mozes had gemord.
Met wat steekpenningen waren de grensbewakers wel bereid een oogje
dicht te doen en voor ons toch de slagboom aan de grens te openen.
Zo kwamen we toch terug in Israël.”
Het was een periode van hard werken. Pelgrimstochten organiseren was
één, maar er moesten ook deelnemers worden geworven. In tien
verschillende steden werden informatieavonden gehouden. En met
alleen een verhaal kwam je er niet. Van de reis naar Lourdes werden
dia’s vertoond en over Syrië, Jordanië, Libanon en Israël had een
goede kennis op zeker moment een film vervaardigd.
Een gedwongen pauze
Het tweede Vaticaanse concilie, bracht een rigoureuze omwenteling in
de kerk te weeg. “Daardoor kreeg ik het akelige gevoel dat ik aan de
hele vorming en opleiding van al die jaren niets had gehad. Ik kon
er niet meer mee uit de voeten. Het enige houvast dat ik had gold de
docenten. Hun kwaliteit en hun niveau en hun persoonlijkheid telde
meer dan wat ik geleerd had.
Pater Keulers was toe aan wat tegenwoordig een sabbatjaar heet en
hij kreeg dat uiteindelijk in1975. Door de communiteit van Schimmert
werd hij gastvrij ontvangen en opgenomen.
Aan de Hogeschool voor Theologie en Pastoraat te Heerlen kwam hij
tot bezinning.
Uiteindelijk toch pastoor
In 1984 wilde pastoor Keulers graag terugkeren in de zielzorg. De
parochie Doorn in het bisdom Utrecht leek de toenmalige kardinaal
wel iets, maar een vriend vond dat het karakter van pastoor Keulers
niet paste bij dat van het stijve dorp in Utrecht. ‘Dat is niets
voor jou,” raadde hij hem af.
En toen werd het Houthem, waar hij op 20 januari 1985 werd
geïnstalleerd. Maar opnieuw liep hij daar tegen een taak aan
waarvoor hij niet was opgeleid. Naast de zorg voor de parochianen
kreeg hij als voorzitter van het kerkbestuur een enorm financiële
last op zijn schouders: het danig onderkomen landgoed Sint Gerlach,
dat baron De Selys in 1979 aan de parochie Houthem had vermaakt.
“Het had de parochie de nek kunnen kosten, want het was een erfenis
met een dikke zwarte rand. Voor mijn komst zat men met de vraag of
er 7 dan wel 11 procent successierechten betaald moest worden. Maar
in 1981 bleek al dat het allemaal veel te rooskleurig was ingeschat.
In werkelijkheid beliepen de successierechten tachtig procent, een
gevolg van een regeling uit de periode 1830-1839 toen België zich
van Nederland losmaakte. Goedbeschouwd hebben wij het landgoed,
waarvan de waarde op één miljoen gulden werd geschat, simpelweg voor
800.000 gulden moeten kopen. En dat in een periode, dat het
economisch heel slecht ging in Limburg.”
Pastoor Keulers nam bij zijn aantreden het standpunt in dat niets
verkocht mocht worden en dat het landgoed in zijn geheel intact
moest blijven. Gaandeweg kwamen er allerlei ideeën op tafel. Onder
andere om er een stiltecentrum van te maken. Maar een communiteit
van religieuzen, die daarvoor nodig was, bleek niet te vinden.
Tenslotte kon het kerkbestuur in zee gaan met de uit Houthem
afkomstige hotelhouder Camille Oostwegel. Voor zijn doeleinden was
het hele landgoed eigenlijk iets te groot, maar hij vond een
compagnon in Maarten Kuppen die in december 1993 de Mechelerhof had
hersteld en omgevormd tot een complex van vakantiewoningen.
Kortom: in juli 1994 werden de contracten getekend en na het
oplossen van een pachtprobleem kon in januari 1995 met de
restauratie gestart worden. Een geweldige last viel pastoor Keulers
van de schouders toen in december 1997 Sint Gerlach in volle glorie
werd geopend als luxe horecagelegenheid.
Pastoor Keulers was toen helemaal vrij om zich aan de zielzorg te
wijden. Niet alleen voor de inwoners van Houthem maar ook aan die
van Broekhem, welke grotere parochie hij er in 1992 erbij had
gekregen. Zijn taak was er toch niet gemakkelijker op geworden,
temeer omdat ook Broekhem met een kerk, die op een grondige
restauratie wachtte, kampte met een gigantische schuld. “Gelukkig
konden wij met de verhuur van de voormalige kleuterschool, die naast
de kerk ligt, een solide financiële basis geven aan de parochie. De
speelplaats werd mee verhuurd als parkeerplaats. Het kerkplein werd
daardoor kleiner maar de parochie werd een parochiezaal rijker. Deze
kon worden gerealiseerd samen met de, voor de huidige huurder,
noodzakelijke uitbreiding van het gebouw.
De tijd van gaan is nu gekomen
Jos Keulers, opgegroeid in de bescherming van een patriarchaal
gezin, gevormd bij de Montfortanen, reisleider voor duizenden
pelgrims naar Lourdes, Rome en het Heilige Land, tegen wil en dank
opgezadeld met een zwartgerande erfenis in Houthem, die vooral
dankzij hem het juweeltje van het Geuldal is geworden, ziet terug op
een bewogen maar mooi leven, met veel dankbaarheid jegens de mensen
die hij mocht ontmoeten.
“Ik heb hard moeten werken, maar meer gekregen dan ik heb gegeven,”
besluit hij.
De tijd van afscheid is nu, door het snel afnemende gezichtvermogen,
vroeger gekomen dan hij had verwacht en gehoopt.
“Ik zou nog wel een aantal jaar willen doorgaan, maar helaas ….”.
Tot slot
Dank aan Jan Diederen, die in dezen mijn gesprekspartner was en mijn
“History and memorys” voor u optekende. Het ga u allen goed.
Pastoor J.M. Keulers.
3-1-2006 |
|
Pastoor Burger benoemd tot
administrator voor Broekhem en Houthem
|
Voor de tijd dat pastoor
Keulers afwezig is wegens ziekte, is pastoor Burger van Berg en
Terblijt, ingaande vrijdag 11 februari 2005, door bisschop Wiertz
benoemd tot administrator (plaatsvervangend pastoor) van de
parochies van Broekhem en Houthem. Uit dien hoofde is hij dus ook
voorzitter van de beide kerkbesturen.
De pastorale taken in de parochie werden al sinds het uitvallen van
pastoor Keulers door pastoor Burger waargenomen, als voorzitter van
het pastorale team van onze cluster.
Pastoor Keulers verblijft momenteel in een klooster van de paters
Montfortanen in Marienheide in Duitsland, waar hij in alle rust
hoopt te herstellen. Hij laat u van harte groeten en wenst u allen
Gods zegen toe.
In de samenstelling van het kerkbestuur hebben onlangs enige
wijzigingen plaatsgevonden.
Twee mensen hebben zich bereid verklaard zitting te nemen in het
kerkbestuur. De heer Toine Braeken zal de functie van penningmeester
overnemen van de heer Jos Roks die wegens drukke werkzaamheden zijn
lidmaatschap beëindigt. Ook de heer Wim Derks verlaat het
kerkbestuur nu zijn zittingstermijn verstreken is. In zijn plaats
treedt de heer Wiel Coenjaerts tot het bestuur toe. Hij zal zijn
aandacht speciaal richten op pastorale en liturgische aspecten ter
ondersteuning van pastoor Burger.
Een woord van dank is op zijn plaats voor de vertrekkende
bestuurders voor de bijdragen die ze hebben geleverd aan het
functioneren van de parochie.
2005 |
UW PASTOOR MOET
RUST HOUDEN
|
Uw pastoor moet rust houden, twee elementen spelen daarin een rol.
Met mijn huisarts Theo van der Ploeg was ik in gesprek, dat ertoe
leidde dat hij mij aanraadde voor langere tijd met rust te gaan.
Daarbij kwam die akelige nacht van zaterdag 30 op zondag 31 oktober
2005 waarin zich onverwacht een maagbloeding bij mij voordeed. Dit waren
benauwende momenten, want in zulke omstandigheden stroomt alle energie
uit je weg. Ten slotte ben ik, met de kracht waarover ik nog
beschikte, naar beneden kunnen gaan en heb de huisartsenpost van het
ziekenhuis te Maastricht kunnen bereiken. Vanaf dat moment liep alles
op wielletjes. Binnen vijf minuten was een arts en een verpleegster
bij me. Zij overzagen de toestand, bestelden een ambulancewagen en
binnen de kortste keren was ik in handen van een medisch deskundig
team. Ze hebben een operatie moeten uitvoeren om de bloeding te
stoppen. Dat was meteen het dieptepunt, maar tevens ook het begin van
herstel. Een herstel waarvan men mij verzekert dat dit wel minstens
twee maanden in beslag kan nemen. Dat zal dan, naar ik hoop, samen zal
vallen met de herstelperiode die ik toch in acht zou moeten nemen.
Over hoe het nu verder zal gaan kan ik, op dit moment, nog weinig
zeggen. Wel wil ik nu al u allen hartelijk danken voor uw meeleven,
mondeling en telefonisch, alsook voor de vele wenskaarten, de
bloemstukken en fruitmanden die ik mocht ontvangen van indíviduele
personen, verenigingen en organisaties.
Al dit meeleven, doet goed aan het hart en helpt voor mijn herstel.
Ook wil ik graag mijn dank uitspreken naar ons pastoraal team, dat
alle taken en verplichtingen in onze drie parochies op zich neemt, in
de vorm van een noodscenario, dat alom bekend gemaakt is.
Ook gaat mijn grote dank uit naar de kerkmeesters van beide parochies
die hun taken voortzetten, alsook naar de kosters en de vele
vrijwillig(st)ers, die het parochieleven blijven dragen, zeker in de
komende drukke dagen van Kerstmis, Nieuwjaar en de viering van het
octaaf van St. Gerlach.
Ik vind het erg jammer dat me dit is overkomen, maar ben ook dankbaar
gestemd voor zoveel grote inzet en toewijding. En graag vraag ik
begrip ervoor als hier of daar iets anders verloopt dan men graag
gezien had of verwacht.
We verkeren in een noodsituatie, waarvoor iedereen zijn beste krachten
inzet. En zo gauw als ik niet meer onder medische controle hoef te
staan, zal ik voor de nodige rust onderdak zoeken in een daarvoor
geschikt tehuis.
Pastoor J.M. Keulers. 2005
|
|